Zwarte piet wie kent hem niet.
Het doet vele mensen verdriet zwarte piet te zien verdwijnen.
Een ander personage te zien verschijnen.
Gestreept in kleuren of met een veeg roet.
Het voelt niet goed.
Maar is de discussie dat piet een slaaf is wel waar?
Een onderzoek naar de waarheid is daar.
Heel lang geleden in de mythologie vindt men dit feest al terug.
Hoe dit feest van Sinterklaas is ontstaan.
Moet men naar de tijd van de oude god Wodan of Odin gaan.
Wodan, god van woede en verstand, reed door de lucht.
Gehuld in een wijde mantel en op zijn trouwe schimmel gezeten.
Hij was zeer geducht.
Tot dat men van het gewas, een gedeelte, een schoof als geschenk liet staan.
Dat kwam hem goed van pas.
Het sinterklaasfeest is gerelateerd aan deze vroegere Germaanse heidense god Wodan. In de Noorse mythologie Odin geheten.
Dat is niet het enige dat we weten.
Het is geen klucht.
Onze zeer verre voorouders vierden dit heidense feest met geschenken al op de 6de december.
De periode dat de laatste gewassen van het land werden gehaald hadden deze datum bepaald.
De kortste nacht was in aantocht. De oogst was binnen.
Het bakken en slachten kon beginnen.
Het schenken van de noten en appelen, de krakelingen, pepernoten en koeken.
Dit was de beste tijd zo staat het in de boeken.
De viering begon op de avond van 5de december. De datum 6 december werd al opgetekend ergens in de periode van 821 – 841 op een marmeren Latijnse kalender. Gevonden in Napels zo is bekend.
Raakt er maar aan gewend.
Al heel heel lang daarvoor zo werd ook verteld.
Was dit mythologische volksfeest al bekend.
Al ver voordat het christendom in Europa kwam.
Bestond dit feest, om te schenken, al lang.
Want Wodan, god van de oorlog, van de doden, de vruchtbaarheid, god der wijsheid en de dichtkunst, zelfs zonnegod genaamd.
Om dit alles was hij befaamd. Veel folkloristische gebruiken met name in Duitsland en Scandinavië waren hetzelfde als in ons land. Zij werden tot dezelfde periode gerekend. Zo is in de historie opgetekend.
Toen West-Europa bekeerd werd gaf Paus Gregorius de Grote (ongeveer in het jaar 600) missionarissen en zendelingen de opdracht de volkeren te bekeren.
En het eren van deze oud Germaanse Goden af te leren.
Dat deed hij door aan de oude Goden een christelijk tintje te geven. Door deze goden heilig te verklaren.
Zo probeerde hij het feest van de 6de december te bewaren.
Daardoor veranderde hij de brede hoed (In Duitsland Breithut genaamd) van Wodan in een mijter en de speer (die Gungnir heette, vervaardigd door handige dwergen) van Wodan in een bisschopsstaf.
Maar het christendom raakte niet van dit heidens feest af.
Deze christelijke tintjes werden niet in alle landen gewaardeerd.
En de datum werd geweerd.
Sommige landen, zij verschoven deze dag naar de dag die zij voorheen vierden als het Joelfeest (de vooravond van kerstmis).
Deze andere Europese landen.
Zij wilden dit feest van geschenken niet laten verzanden.
Zij verschoven dit feest, kenmerkend om zijn god der geschenken, naar de tijd van de midwinter zonnewende feestdag (het Joelfeest, dat stond in het teken van levensvernieuwing) het kerstfeest, althans de nacht voorafgaande aan dit kerstfeest en men noemde dit feest vanaf de afscheiding Sancta Nicklaus.
O.a. in Engeland en Ierland en later de kolonisten uit deze landen namen dit feest mee overzee.
Er gingen eeuwen overheen, om dit oude heidense volksfeest, te proberen uit te roeien.
Maar dat kon de bevolking niet boeien.
In Nederland bleef het ondanks de kerstening voortleven als Sinterklaasfeest.
Hoewel men later weer geprobeerd heeft het feest te koppelen aan verhalen rondom de bisschop van Myra, Nicolaas geheten en weldoener geweest.
waar om heen veel enge en mooie verhalen kleven en veel wonderen zweven.
Naast dit feest van Wodan waren er in bepaalde delen van Nederland en elders in Europa ook nog feesten van andere mythologische goden. In onze buurlanden kenden men het Wodan feest ook, zoals eerder verteld. Echter meestal onder een andere naam zo wordt gemeld.
Zelfs op onze Waddeneilanden hadden de goden een andere naam en werd het feest van Sinterklaas enigszins anders gevierd en in ander jasje gedaan. Toch zijn hier ook wel veel overeenkomsten te zien, zoals het tijdstip en dezelfde dagen (5 en 6 december). Het feest wordt ook nu nog gevierd maar anders uitgedragen.
Zo schreef de dichter Guido Gezelle in 1869 dat hetgeen Wodan deed, gebeurde op de dag dat de laatste schoof op het land werd achtergelaten voor zijn peerd.
Dat is wat Guido Gezelle beweerd.
De laatste schoof laten staan dat viel op St Nikolaai (6 december) niet te vergeten. Hij, de schimmelrijder, werd gezien met een “zwarten knecht met roede en asschenzak” en men zei daar gaat Sint Niklaai met den Duivel, dat is alles wat we dan weten.
Wodan met een knecht “beroet” dat is hetgeen ertoe doet.
In 1936 wordt in een Germaanse vertelling door August Heyting gesproken over de donkere Norwi, de donkere mythologische vader Nott (de nacht), een winterreus met roe. En hoe deze over daken rijdende versnaperingen strooit en gooit. Deze Norwi is in gezelschap van Odin, voor ons beter bekend als Wodan.
De vroegere geschenken waren gerelateerd aan hetgeen Wodan geofferd kreeg (van de schoof en hetgeen de natuur bood). Noten appelen koek en brood.
Na circa 1900 verschijnt (Wodan) als Sinterklaas, veelvuldiger in levenden lijve, dan de jaren daarvoor.
Personage uit mythologie speelt Sinterklaas en komt op een schimmel met een zwarte piet ernaast zoals je ziet, een roetpiet.
De schoorsteen (tunnel der geestenwereld, heks, klaas vaak) met schoentjes zetten is in zwang en raakt goed op gang. In heel West-Europa staan er schoenen voor de haard met daarin een wortel voor het paard. Ook aan de hoven en op kastelen deelt men dit feest. Sinterklaas en zijn roetpiet zijn in heel veel landen geweest.
Na de intocht in Amsterdam in 1934 zo is bepaald, werd Sinterklaas in steeds meer dorpen en steden ingehaald.
In 1955, ik was toen zeven.
Kon ik zelf Sinterklaas meebeleven.
Met veel klasgenoten gingen we in flinke pas
naar “het Baantje” achter de fanfare aan.
Enkele kilometers uit ons dorp vandaan.
Sint was op zijn schimmel vanuit Breda komen rijden.
Een roetpiet stond aan zijn zijde.
Hij, de goed Heilige man, stond ons op te wachten
En te luisteren naar de serenade die de fanfare en kinderen hem brachten
Daarna bezocht Sint iedere klas samen met zijn piet.
En zongen wij met zijn allen het welkomstlied.
Het was snel voorbij. Met een papieren zak gevuld met speculaaspop stonden we even later weer in de rij.
Veel van deze gegevens die ik nu verteld heb, heb ik uit een boekje geschreven door een historicus.
Een persoon die het kan weten dus. Niet uit duim gezogen en niet gelogen.
Over zwarte slaven werd niets verteld, dus daarover geen oordeel geveld.
De zwarte pieten in deze lezing waren donker of beroet.
Men heeft deze roetpieten in de loop der tijd echter zwarter gemaakt wat niet moet.
Met oorbellen en carnavaleske kleding getooid en de kraag wat extra geplooid.
En nu wil men dit sinterklaasfeest uit roeien, zoals men het vroeger ook al probeerde met de kerstening. (Het tot christendom brengen van de bevolking).
Nu komt de dreiging echter uit heel andere heel andere hoek.
Dat was de insteek in mijn onderzoek.
Dit volksfeest is zo oud dat er onmogelijk een link is te leggen met slavernij.
In de mythologie gaat het over fantasie, geesten, bewondering.
Met respect voor degene die de macht had over natuur, de seizoenen, donder en bliksem en met name de zon, wie is toch die figuur die die touwtjes in handen had? In dit verband is het Wodan met de macht en kracht.
En die houdt ook nu nog steeds de wacht.
Geef hem de schoof terug op het land. Een stukje gewas aan de rand van de kant. De dieren in het wild kunnen hier schuilhouden en hebben intussen iets te eten. Een bosschage met gevarieerde groei, veelal noten langs de weilanden, of een stevige heg is ook niet weg.
En het feest van Wodan dus van de Sint moet blijven voor het kind en kan weer plaats vinden in de nacht. Enkele roet- of veegpieten kunnen volstaan. Dan is iedereen voldaan.
Bronvermelding:
Veel van het voorgaande komt uit het boekje van A.P Van Gilst met de titel: “Sinterklaas en het Sinterklaasfeest, geschiedenis en folklore”.
Bevat literatuuropgaven. Oorspronkelijke druk 1969.